San Gimignano is een stadje in de provincie Siena dat genoemd is naar de
heilige die de stad redde van de invasie van de Goten. Het ligt 325m boven de
zeespiegel en heeft ongeveer 7.000 inwoners.
Je kunt er de Sint-Jacobskerk en de Sint-Pieterskerk bewonderen, evenals de Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk met de kapel van de heilige Serafina, het museum voor Religieuze Kunst, het vroegere stadhuis Palazzo Podestà en het
Pratellesi Paleis. San Gimignano is bekend om zijn veertien torens die het silhouet van de stad domineren.
In de Oudheid was San Gimignano een klein stadje in de Grieks-Etruskische
periode (3de en 2de eeuw v.C.). Er zijn echter ook overblijfselen uit een nog
verder verleden. De religieuze plaats Pugiano, die je nog kunt zien in de
vallei van de rivier Riguardi, blijkt te dateren uit het Archaisch-Etruskisch
tijdperk. De legende over het ontstaan van de stad wijst de oprichting toe aan
de vestiging van Silvio, één van de Romeinse patriciërs die vluchtte na het mislukte complot tegen Catilina. Volgens deze
legende zou de stad in 63 v.C. zijn ontstaan met de oprichting van het dorp
Silvia.
Tegen de Middeleeuwen was Silvia een volwaardige stad die hernoemd werd
naar de Bisschop van Modena, Gimignano. Met zijn verschijning zou hij de
invasie van de stad door de barbaarse bendes van Totila verhinderd hebben.
Dankzij de pelgrimsroute Via Francigena, groeide het aantal kerken en abdijen
in San Gimignano en in de directe omgeving. Deze route, die door de Longobarden
werd geopend langs de oude Via Cassia en vervolgens door de Franken werd
gecontroleerd, is een ware verkeersader die Noord-Europa met Rome
verbindt.
In 1199 bevrijdde de stad zich van het bisdom Volterra en het werd een
autonome stad. In die periode leed de stad onder de verdeeldheid tussen de
voorstanders van de paus, de Welfen, en de voorstanders van de keizers van
Duitsland, de Ghibellijnen, die een echte “burgeroorlog” ontketenden in de
streek. Eén van de vele diplomaten die de stad aantrok om de broedermoorden in
Toscane te stoppen was Dante Alighieri, in 1300. In het midden van de 14de
eeuw verergerde de pest de sociaal-economische crisis en in 1354 onderworp de
stad zich aan de autoriteit van de Florentijnse republiek. Vanaf toen werd San
Gimignano één van de belangrijkste centra van het Florentijnse hertogdom,
ondanks de voor de hand liggende afname van de bevolking. Van de 13.000 inwoners
aan het begin van de 14de eeuw bleven er aan het eind van de 15de eeuw nog maar
3.000 over.
Deze situatie had tot gevolg dat er in die tijd weinig bouwkundige ingrepen
waren in de struktuur van het stadscentrum. Hierdoor zagen de inwoners tientallen
jaren geleden in dat ze een waardevol, authentiek artistiek erfgoed in open lucht
bezaten, dat heden gebruikt wordt voor het internationaal toerisme. San
Gimignano werd enkele jaren geleden toegevoegd aan de lijst van door de Unesco
beschermd werelderfgoed, omwille van de intacte Middeleeuwse struktuur.
Grotere kaart weergeven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.